Blog

Verwaarloosd team?

opvoeden en besturen

Een verwaarloosd team heeft verrassend veel overeenkomsten met een verwaarloosd kind. Vaak uiten ze zich met veel emotie of destructief gedrag (dat slechts een signaal is). Boze kinderen, zichzelf overschreeuwend en om zich heen meppend. Angstige kinderen die zich verschuilen en zich terugtrekken. Kinderen die veel te zelfstandig zijn of juist te afhankelijk van de groten.  Het gevolg is gevoelens van onveiligheid en gedrag dat niet meer constructief is. “Goh, wat een ingewikkeld team” en “goh wat een lastig kind” lijken verrekte veel op elkaar. 

Waar zijn de ouders?

Verwaarlozing ontstaat niet van de één op de andere dag. Maar juist door een lange periode van weinig of kwalitatief onvoldoende aandacht. Veel wisseling in het ouderteam of het niet beschikbaar zijn van ‘opvoedfiguren’ . Omdat ze te druk zijn met hun eigen problemen en bagage. Of te eenzijdig gefocust op hun eigen doelen en ontwikkeling. 

Dat ouders soms in beslag genomen worden door andere dingen is begrijpelijk.  Dat is de reden waarom kinderen eindeloos loyaal zijn. Tot de tekorten te groot worden en het kind afwijkend gedrag gaat vertonen. Een ‘probleemkind’ wordt. 

Persoonlijk geloof ik niet in lastig gedrag. Wel in signaalgedrag dat je vroeg moet onderkennen om ernstige ontwikkelingsproblemen te voorkomen. Hoe langer je wacht, hoe lastiger het is om bij te sturen. 

Steunen-stimuleren-sturen

Deze bovenstaande drieluik ‘steunen-stimuleren-sturen’ van de pedagoog Paterson geeft randvoorwaarden aan.  Een bedding  die kinderen nodig hebben van hun ouders om stabiel te kunnen opgroeien. Om basisveiligheid te ervaren. Tegenwoordig in een nieuw jasje gegoten:  holding space, relational presence. Om zo te leren vertrouwen op zichzelf, op de mensen om hem heen en op de wereld waarin hij of zij leeft.

Een korte toelichting bij steunen-stimuleren-sturen:

Steunen: Dit betekent dat mijn ouders er voor me zijn. Ik kan bij ze terecht als ik ze nodig heb. Ik durf het te vertellen als ik iets lastig vindt. Ze wuiven of lachen  het niet weg als ik bang ben of onzeker. Ik leer mijn eigen gevoelens en grenzen serieus te nemen. Ze geven me warme en oprechte aandacht. Niet omdat ik iets voor ze moet doen maar omdat ze om me geven. Ik kan altijd op ze rekenen en helpen me oplossingen te zoeken als ik iets nog niet weet, kan of durf.

Stimuleren: Dit houdt in dat mijn ouders vertrouwen in me hebben. Ze zien mijn potentieel en prikkelen me om te groeien. Ze moedigen me aan nieuwe dingen zelf te doen en om uit mijn comfortzone te gaan. Ze geven me vrijheid om te  ontdekken en te experimenteren. Ik mag dingen verprutsen en fouten maken. Daar leer ik van. Mijn lef wordt niet afgestraft. En ze waarschuwen me of zijn in de buurt als ik te overmoedig wordt en in de problemen kan komen.

Sturen: Mijn ouders geven me heldere grenzen. Ze bieden me daarmee houvast, zekerheid en veiligheid. Ik mag tegen grenzen aan schoppen en er wordt gepaste ruimte gegeven om te onderhandelen. Maar als het beter is om ‘nee’ te zeggen, doen ze dat ook. Ik kan naar ze kijken en zie hun gedrag als voorbeeld. ‘Zo hoort het. Hun gedrag is mijn kompas’. Op deze manier leer ik als kind grenzen, normen en waarden en kan ik me handhaven in de maatschappij.

Veel zelfsturende teams werden verwaarloosde teams

In de voorgaande 10 jaar is er massaal ingezet op zelfsturing in teams. Op zich niks mis mee. Maar een zelfsturend team is een team dat zowel qua taken als in onderlinge relaties volwassen is. Dit vraagt dat er met steun, sturing en stimulans voldoende rijpheid is ontwikkeld om de wereld in te trekken. 

Een team is dan in staat om:

  • Keuzes op werkinhoud te maken;
  • Afspraken te maken over hoe er prettig wordt samengewerkt;
  • Elkaar aanspreken te als regels en grenzen worden overschreden;
  • Het lastige gesprek met elkaar aan te gaan als het spannend wordt; 
  • Meningsverschillen en gedoe op te lossen;
  • Verantwoordelijkheid te nemen en dragen;
  • Consequenties van keuzes aanvaarden;
  • Aangesproken te worden;
  • Te durven leren en verbeteren.

Niet gek dat er zoveel sociale en psychologische onveiligheid is

Net als met kinderen is het behoorlijk investeren voor een team echt sterk ontwikkeld is. Voor het door alle groeifasen heen is gegaan en daadwerkelijk autonoom kan werken en leven. In dat groeiproces zijn de ‘ouders’ nog wel eens te hard van stapel gelopen.  Zijn ze vaak te veel op afstand of afwezig geweest. Of hebben te weinig positief voorbeeldgedrag getoond. Gaven hun kinderen te vroeg of teveel verantwoordelijkheid.  En ga zo maar door. Alles wat er mis kan gaan in het opvoeden, kan ook misgaan in organisaties. 

Als de basisbehoeften van kinderen niet zijn ingevuld, ontstaan er gevoelens van onveiligheid. Bij teams is het niet anders. 

Benieuwd hoe jij in jouw organisatie veilige teams bouwt. Bel vooral, we denken graag me je mee . Klik hier voor Contact